Ziekten bij luipaardgekko's

Wanneer je levende dieren houd zul je vroeger of later eens te maken krijgen met ziekte bij je dieren. Hoewel het aantal mogelijke problemen eigenlijk te groot is om allemaal te beschrijven kun je hier een selectie terug vinden van de meest voorkomende problemen en eventuele oplossingen.

Als je vermoed dat er iets met je luipaardgekko aan de hand is, ga dan niet onnodig lopen afwachten maar neem contact op met een kundig reptielenarts. Zie voor een aantal adressen:http://www.lacerta.nl/Nuttig/dierenartsen.htm 
Ga niet zelf zomaar medicijnen toedienen!

Parasieten

Om te beginnen moet het duidelijk zijn dat elk reptielen, en dus ook luipaardgekko’s van zich zelf standaard al een heleboel parasieten met zich meedragen. Deze parasieten komen echter tot uiting op het moment dat het dier verzwakt raakt. Dit kan zijn door stres, een te koude temperatuur, tocht etc. Over het algemeen zijn parasieten redelijk goed te behandelen met diverse soorten antibiotica. Probeer nooit zelf zomaar antibiotica toe te dienen!

Cryptosporidium

Cryptosporidium is een groot opkomend probleem in de wereld van luipaardgekko kwekers. Voorheen werd cryptosporidium voornamelijk geassocieerd met slangen, maar de afgelopen jaren heeft het ook onder luipaardgekko’s vele slachtoffers veroorzaakt.

Cryptosporidium bevind zich voornamelijk in het luchtwegenstelsel en in de darmen. Symptomen van deze ziekte zijn dramatisch snel gewichtsverlies, anorexia. Sommige van de geïnfecteerde dieren hebben ook diaree. Niet alle geïnfecteerde dieren gaan dood aan deze ziekte, in sommige gevallen kunnen ze volledig herstellen. Er zijn vooralsnog geen medicijnen voor deze ziekte.

Cryptosporidium vormt vooral een groot probleem bij de grotere kwekers. Belangrijk is om altijd hygienisch te werk te gaan om kruisbesmettingen te voorkomen. Wanneer je veel luipaardgekko’s hebt, en kweekt is het verstandig om een bepaalde cyclus in het voeren aan te brengen. Maak hiertoe eerst de bakken schoon voordat je eten geeft. Voer daarna pas opnieuw als de hele bak weer schoon is ( ontlasting eruit) Op deze manier doorbreek je een cirkel van kruisbesmettingen.

Vooral in 2005 hebben opvallend veel mensen last gehad van luipaardgekko’s die plotseling extreem mager werden, niet meer wilden eten en doodgingen. Helaas is het niet meer te achterhalen, maar het lijkt erop dat het hierbij om cryptosporidium heeft gegaan. Opvallend is dat het voornamelijk diverse kleurslagen heeft getroffen. Een mogelijke verklaring hiervoor is het feit dat voornamelijk de diverse kleurslagen door de grotere kwekers worden gekweekt aangezien deze commercieel het meest aantrekkelijk zijn.

Hoe dan ook is het erg verstandig om goed uit te kijken voor deze ziekte.

Mijten

Verschillende soorten mijten vormen al jaren problemen in de reptielenwereld, zo ook bij luipaardgekko’s. Mijten zijn hele kleine organismes die zich voornamelijk ophouden rond de zachtere delen van het lichaam. Denk hierbij aan de geslachtsopeningen en de ogen.

Voor mijten geld: voorkomen is beter dan genezen. Let bij aanschaf van een nieuwe luipaardgekko erg goed op dat het dier vrij is van mijten. Controleer vooral de ogen goed, en de geslachtsopeningen. Wanneer je kleine bewegende diertjes ontdekt, vooral niet kopen! Mijten zijn doorgaans rood of zwart van kleur en ongeveer 1 mm in doorsnee.

Mijten kunnen echter ook via allerlei materialen in de bak terechtkomen. Via bijvoorbeeld inrichtingsmateriaal of bodembedekking. Om problemen te voorkomen is het belangrijk om alle materiaal altijd even goed te ontsmetten voordat je het in de bak plaatst.

Het behandelen van mijten is vaak een vervelende zaak. Mijten zijn over het algemeen nogal hardnekkig. Belangrijk is in elk geval tot het terrarium volledig wordt ontsmet. Haal hiertoe de bak volledig leeg! Bij de dierenarts hebben ze verschillende middeltjes tegen mijten. Ontsmet hierbij de volledige bak. Het is verstandig om de eerste weken na de ontdekking van een besmetting de inrichting van de bak zo sober mogelijk te houden zodat het inrichtingsmateriaal zo makkelijk mogelijk weer kan worden vervangen.

Flagelaten

Besmettingen met flagelaten zijn een veel voorkomend probleem. Luipaardgekko’s dragen flagelaten standaard met zich mee in de darmen, maar beginnen een probleem te vormen op het moment dat de luipaardgekko verzwakt raakt. Dit kan door verschillende oorzaken komen.

Een flagelaten besmetting uit zich in een dunne wittige diaree ontlasting en vaak overgeven van de gegeten prooidieren. Wanneer je de eerste symptomen van deze ziekte ontdekt is het belangrijk om gelijk actie te ondernemen. Ga met het dier zelf, of met verse ontlasting naar een reptielenarts voor een microscopisch onderzoek. Wanneer er flagelaten worden vastgesteld zul je meestal een behandeling met flagyl mee naar huis krijgen. Wanneer te lang wordt gewacht met behandelen is deze ziekte vaak onomkeerbaar.

Wanneer deze ziekte niet behandeld wordt zal de luipaardgekko uiteindelijk altijd dood gaan.


Aangeboren afwijkingen

Wanneer je te maken hebt met aangeboren afwijkingen is het vaak een grote afweging of het verstandig is om de jongen te laten leven of niet. Wanneer het om hele ernstige afwijkingen gaat is het soms beter om er voor te kiezen het leven van de luipaardgekko te beëindigen. Met sommige afwijkingen kan echter prima worden geleefd. Dit is een afweging die een ieder voor zich moet maken.

Malformaties

Gedurende de gemiddeld 70 dagen in het ei kan er een boel gebeuren, en dit is niet altijd positief. Een zeer vervelend probleem zijn malformaties. In de meeste gevallen gaat het hierbij om rare vergroeiingen van het skelet. In 9 van de 10 keer hebben we het dan over een vergroeiing in de ruggengraat waardoor ze bijvoorbeeld een enorme bult op de rug krijgen, een scheve ruggengraat etc. Ook kunnen er allerlei vervormingen rond de schedel ontstaan.

Wanneer de vervormingen heel erg ernstig zijn zullen de jongen vaak niet eens uit het ei tevoorschijn komen. In andere gevallen zullen ze al snel na de geboorte overlijden.

Wanneer het dier wel blijft leven, is het de keus aan de kweker wat er met het diertje moet gebeuren. Behandeling is niet mogelijk. Hoe dan ook moet er met deze dieren niet verder worden gekweekt.

Calciumdeficiëntie

Er bestaan vormen van aangeboren calcium te kort. In de meeste gevallen gaat het hierbij om jongen die geboren zijn uit de eieren van verzwakte vrouwtjes. Er is dan bij het aanmaken van het ei niet genoeg calcium aanwezig geweest.

Symptomen zijn onder meer de zogenaamde “elastiekpootjes”, veroorzaakt door te weinig calcium in de botten, het niet op de poten maar op de enkels of gewrichten lopen en een afwijkende houding.

Soms is een behandeling met veel calcium voldoende om deze jongen er weer bovenop te krijgen. Vaak ook echter is het met deze diertjes een aflopende zaak en is er geen behandeling meer mogelijk. Wanneer de problemen te groot worden is het verstandig de jongen niet onnodig te laten leiden en ze uit hun lijden te verlossen.

Open buik

Een open buik is direct zichtbaar bij de geboorte. Onder normale omstandigheden zit er een hele kleine opening in de buik waardoor het jong verbonden zat met de eierdooier. Bij normale jongen sluit dit gaatje zich erg snel na het uitkomen.

In het geval van een open buik is dit kleine gaatje vaak een erg groot gat. In sommige gevallen is het zo ernstig dat zelfs de organen naar buiten zullen komen. Deze aandoening wordt vrijwel nooit overleefd. Wanneer je er op tijd bij komt is het aan te raden om deze dieren uit hun lijden te verlossen.

Blindheid

Blindheid valt eigenlijk onder malformaties. In de meeste gevallen waarbij luipaardgekko’s blind geboren worden is er ook duidelijk een afwijking zichtbaar aan het hoofd of aan de oogleden. In sommige gevallen lijken blinde dieren zich echter prima te redden. Dit is opmerkelijk, aangezien luipaardgekko’s echte zichtjagers zijn.

Het is niet aan te raden om met deze dieren verder te kweken. De kans is groot dat het daadwerkelijk probleem niet alleen uitwendig zit, en dat het probleem een genetische grondslag heeft.

 


Twee blinde baby luipaardgekko's. Foto's met dank aan Annelies Hommerson
   

 

» Lichamelijke afwijkingen

Buiten de hierboven genoemde problemen zijn er nog tal van lichamelijke afwijkingen waaraan luipaardgekko’s kunnen lijden. Hieronder zijn er een aantal kort beschreven. Ook voor lichamelijke problemen geld: Ga niet zelf lopen doktoren, maar neem in geval van problemen contact op met een goede reptielenarts.

Slechte vervellingen

Een regelmatig voorkomend en niet zo heel erg ernstig probleem zijn slechte vervellingen. In de meeste gevallen is het enige probleem dat de bak te droog is. Probeer hiertoe eens het aanbieden van een vochtige verstopplaats. Dit kan al erg simpel door gewoon een bakje neer te zetten met daarin vochtig mos.

Wanneer je luipaardgekko stelselmatig slecht verveld is er waarschijnlijk meer aan de hand. Het kan zijn dat je luipaardgekko ziek is en niet voldoende energie heeft om op normale wijze te vervellen. Ook kan stelselmatig slecht vervellen wijzen op een vitamine A tekort. Wanneer je iets degelijks vermoed is het aan te raden even contact op te nemen met een goede reptielenarts.

 


   

 

Verstoppingen

Een erg vervelend probleem zijn diverse verstoppingen. Een verstopping kan door meerdere oorzaken worden veroorzaakt. Bijvoorbeeld door het teveel binnen krijgen van zand, een voedselophoping of gewoon en slecht werkend verteringsstelsel. 
Voer een verstopte luipaardgekko niet! Hiermee maak je het probleem alleen maar erger. Afhankelijk van de oorzaak van de verstopping zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Een aantal dierenartsen raad het gebruik van een natuurlijk laxeermiddel aan om de boel weer op gang te krijgen.

Het is verstandig om niet zomaar iets te proberen aangezien verstoppingen erg dodelijk kunnen zijn. Wanneer de verstopping is veroorzaakt door iets scherps bestaat bovendien het risico dat de darmen geperforeerd raken.

Neem altijd contact op met een reptielenarts om te overleggen over de juiste behandeling.

Calciumdeficiëntie

Een calcium gebrek is te herkennen aan het zachter worden van de botten en in een verder gevorderd stadium door het trillen van de ledematen. Wanneer je lichamelijk kenmerken begint te merken van calcium tekort ben je eigenlijk al te kort. Lang voordat er zich uiterlijke kenmerken voordoen van calcium tekort heeft het inwendig al heel wat problemen veroorzaakt.

Voor calciumtekort geld dus helemaal: voorkomen is beter dan genezen. Zie onder het kopje voeding -> supplementen voor een goede dosering calcium.

Wanneer je wel voldoende calcium hebt gegeven, maar je luipaardgekko krijgt toch een calcium tekort dan is er waarschijnlijk wat mis met de opname van calcium in het lichaam. Om calcium op te kunnen nemen heeft het lichaam vitamine D3 nodig. Vitamine D3 kan rechtstreeks worden gegeven, of kan door het lichaam zelf worden aangemaakt onder invloed van UV. Voor luipaardgekko’s met een calciumtekort is het gebruiken van een goede UV lamp daarom ook zeker geen slecht idee.

Wanneer de problemen aanhouden ondanks een goede dosis calcium en een normale hoeveelheid vitamine preparaat / UV lamp is het verstandig om even contact op te nemen met een reptielenarts.

Verwondingen

Zeker wanneer je meerdere luipaardgekko’s bij elkaar houd kan het wel eens gebeuren dat je luipaardgekko’s wat verwondingen oplopen door kleine onenigheden. Wanneer het echter om kleine wondjes gaat is het aan te raden om hier vooral niks aan te doen. Luipaardgekko’s hebben van zichzelf een groot helend vermogen. Pas wanneer wonden er niet goed uitzien ( ontstekingen, pus) of als het echt om wat grotere wonden gaat is het aan te raden om actie te ondernemen.

Wonden kunnen eventueel worden schoon gemaakt met schoon (gekookt) water, en betadine-jodium. Wanneer het er ernstig uitziet is het aan te raden even een bezoekje te brengen aan de dierenarts.

Mondrot

Mondrot is een erg vervelend probleem wat meestal samen gaat met longontsteking. Bij mondrot ziet de mond er vreemd en verwrongen uit en is deze van binnen slijmerig en pusserig. Ga niet zelf proberen om te behandelen maar neem de luipaardgekko mee naar een goede reptielenarts voor een behandeling.

Longontsteking

Wanneer je luipaardgekko’s op de toch staan kunnen ze last krijgen van een lontontsteking. Een longontsteking is te herkennen aan een rochelend ademen van de dieren, soms komen er luchtbelletjes uit de neusgaten. Wanneer er niks gedaan wordt aan een longontsteking kan deze dodelijk aflopen.

Zorg er voor dat je luipaardgekko een goede behandeling krijgt met antibiotica van een reptielenarts. Nog belangrijker is echter om uit te zoeken waardoor je dier longontsteking heeft gekregen.

Probeer er achter te komen waar de tocht vandaan is gekomen verhelp dit probleem om er voor te zorgen dat je dier ook de mogelijkheid heeft om beter te worden en daarna niet gelijk weer ziek wordt.

Prolaps

Bij prolaps komen een deel van de darmen of het slijmvlies daaromheen naar buiten. Wanneer er niks aan prolaps wordt gedaan gaan de dieren zeker dood. Het is dan ook erg belangrijk om zo snel mogelijk een goede reptielenarts te bezoeken die je kan helpen.

Tijdens de behandeling van een prolaps worden de darmen voorzichtig weer naar binnen geduwd. Hierbij is het belangrijk dat de darmen niet gedraaid komen te zitten. In sommige gevallen zullen de darmen met een aantal hechtingen op hun plaats worden gehouden om te voorkomen dat ze weer naar buiten zullen komen.

Een prolaps kan door verschillende oorzaken worden veroorzaakt maar stres is meestal de grootste noemer. Stres kan veroorzaakt worden door het (te veel) hanteren van de dieren, of een slecht terrarium. Een andere mogelijke oorzaak zijn verstoppingen.

Wanneer je hebt geconstateerd dat je luipaardgekko een heeft, zijn er een aantal dingen waar je om moet denken. Ten eerste is het heel erg belangrijk dat het weefsel dat naar buiten hangt niet uitdroogt. Haal je luipaardgekko daarom onmiddellijk van het zand af, als je dit als bodembedekking hebt!

Zet het desbetreffende dier in een quarantaine bakje met als ondergrond vochtige tissues. Wanneer het zand tussen het weefsel komt kan dit de situatie dermate verergeren dat het dier geen kans meer heeft op overleven. Sproei niet met koud water, maar gebruik lauw water. Je kunt er eventueel voor kiezen om het weefsel in te smeren met ongeparfumeerde zalf

Een tweede belangrijk punt is het voorkomen van te veel stres. Zet de dieren het liefst in een klein en donker bakje. Dit voorkomt dat de dieren druk gaan doen. Zorg er wel voor dat de temperatuur in het bakje goed is, door bijvoorbeeld een laag wattage warmtematje voor een deel onder het bakje te leggen, of door het bakje op een goede plaats in het huis te zetten.

Buiten het weefsel vochtig houden laat je het dier bij voorkeur zoveel mogelijk met rust.

Het hebben en behandelen van een prolaps is voor luipaardgekko’s een zeer stressvolle aangelegenheid. Veel reptielensoorten kunnen slecht tegen stres. Dit is er soms een oorzaak van dat er een tweede prolaps plaats vindt. Dieren die eenmaal een prolaps hebben gehad, zullen altijd gevoeliger blijven voor een herhaling. Het is daarom zaak deze dieren goed in de gaten te houden.

Direct na de operatie of behandeling is het vooral belangrijk dat het dier veel rust krijgt. Zorg ervoor dat alle omstandigheden ideaal zijn ( temperatuur, luchtvochtigheid, lichturen) zodat het dier de beste kans heeft op een goede genezing. Controleer het dier niet meer dan 1 keer per dag om extra stres te vermeiden. Geef het dier voldoende water tot zijn beschikking, maar de eerste week a twee weken zeker nog geen eten! De darmen hebben tijd nodig om tot rust te komen.

Na ongeveer 1 a 2 weken kun je voorzichtig proberen weer wat te voeren. Geef bij voorkeur een wat kleinere prooi dan je normaal zou doen, en kies voor lichtverteerbare insecten. Meelwormen en wasmottenlarven zijn af te raden, aangezien dezen lastig zijn te verteren. Houdt het dier minimaal een maand apart van eventuele soortgenoten voor je het dier weer terug plaats. Verzeker je ervan dat desbetreffende dier eerst weer goed eet, en minimaal een aantal keren goede ontlasting heeft gehad zonder problemen.

Wanneer het een vrouwelijk dier betreft dat deel uitmaakte van een kweekgroep is het verstandig om het dier helemaal niet meer terug te plaatsen. En anders zeker minimaal 1 a 2 jaar kweken over te slaan. Doordat de dieren een verhoogd risico op een herhaling hebben is de kans relatief groot dat wanneer het dier beging te persen om een ei te leggen, de darmen weer mee naar buiten zullen komen…

Anorexia

Niet willen eten, bij dieren ook wel aangeduid met de term anorexia is vaak een erg lastig probleem. In de wintermaanden kan het niet willen eten vaak worden terug gevoerd op de winterslaap of winterrust. Ook in het geval dat er geen maatregelen worden getroffen om een winterslaap aan te bieden ( zie “winterslaap” ) kunnen dieren toch stoppen met eten omdat dit nu eenmaal iets is wat ze in de natuur ook instinctmatig doen.

Wanneer je vermoedt dat het hier mee te maken heeft is het aan te raden om alsnog de temperatuur te verlagen en de licht uren wat korter te maken. Wanneer je dit niet doet verbruikt je luipaardgekko namelijk wel energie terwijl er geen nieuwe energie binnen komt. Wanneer je de luipaardgekko in een staat van rust brengt, wordt er ook geen energie verbruikt. De kans is erg groot dat je luipaardgekko gewoon weer begint te eten op het moment dat de licht uren na mimimaal 4 weken weer verlengt worden en de temperatuur weer omhoog gaat.

Andere mogelijke oorzaken van niet willen eten zijn met name stres, parasieten en een verkeerde inrichting van het terrarium. Ga in de eerste instantie na of je terrarium wel voldoet aan de eisen. Is je terrarium groot genoeg? Heeft het dier voldoende verstopplaatsen tot zijn beschikking? Is de temperatuur wel goed? Koelt het terrarium ’s nachts niet teveel af? Wanneer alles in orde is ( zie “huisvesting”) kun je pas verder zoeken naar andere oorzaken.

Het is bijvoorbeeld normaal dat een pas aangeschafte luipaardgekko de eerste dagen niet wil eten. Ga dan ook niet proberen elke dag voer aan te bieden maar laat het dier eerste een paar dagen met rust voordat je nog een keer probeer te voeren.

In veel gevallen waarin pas aangeschafte luipaardgekko’s niet willen eten is stres een grote factor. Wanneer de dieren na een redelijke tijd ( ongeveer twee ) weken nog niet willen weten wat jij ze aanbied is de kans groot dat ze bij de vorige eigenaar een ander soort voer krijgen. Veel commercieel opgekweekte luipaardgekko’s zijn enkel meelwormen gewend. Probeer ook eens wasmottenlarven, krekels, sprinkhanen, pissenbedden etc te voeren.

Wanneer je gaat zien dat je luipaardgekko ook daadwerkelijk dunner wordt door het niet eten is er meer aan de hand. De kans is groot dat je luipaardgekko een ziekte onder de leden heeft. Het is verstandig om feces (ontlasting) van je luipaardgekko te laten onderzoeken door een bekwaam reptielenarts. Wanneer je luipaardgekko geen verse ontlasting meer legt kun je ook het dier zelf meenemen. Middels een uitstrijkje kan er dan toch onder de microscoop worden gezocht na een eventuele oorzaak van het niet wilen eten.

Ga nooit zomaar medicijnen toedienen wanneer je luipaardgekko niet wil eten! Je vergroot hier alleen maar de stress mee, en medicijnen vernietigen ook de goede bacteriën die de luipaardgekko’s nodig hebben voor het verteren van hun eten.

Maak jouw eigen website met JouwWeb